Stof - oude balken en kamers vol gruis
Het omlijst voor mij een miraculeus wonder
Ontzielde muren met lagen behang op de vloer
Ik kende je toch niet- mijn scheef hellend huis
Speelde ik vroeger in jouw warme schoot ?
Koesterde jouw adem mijn veilige jeugd?
Sliep ik door mijn kindertijd henen?
Terwijl jouw arm me behoedzaam omsloot?
Wat ben je mooi nu- wat ben je oud
Je verstopte je schoonheid diep weg in je lichaam
Men vond schilderingen uit de renaissance
Mijn oud scheef huis toch - je hart bleek goud
Ranke versieringen kiemden op het hoge plafond
Kleurpigmenten uit een rijk historisch verleden
Geschilderde spreuken ontdekt onder lagen kalk
En trots en puur een vrijgekomen medaillon
Tussen dat alles de vertrouwde grijs blauwe bank
Diep onder het stof maar toch nog zo veilig
De haard en de schemerlamp die we lieten staan
En zoals een halve eeuw lang weer- die klank
Van beierende klokken- stemmen en het verkeer buiten
Op deze plek hier boven in de binnenstad
Als klein meisje - tiener en volwassen dochter
Keek ik verzonken in herkenning door gescheurde ruiten
Mijn ouderlijk huis- ik heb van je schoonheid nooit geweten
Ik staarde me blind op je oud gedateerd interieur
Een immer lekkend dak en verzakte vloeren
En zovele facetten in je- die diep waren versleten
De haat liefde relatie rustte altijd op mijn schouders
Met jouw pand vol met trapjes en allen zo steil
Maar verbazing en trots hier te hebben mogen wonen
Is voor eeuwig versmolten met de naam van mijn ouders
De trots van mijn vader- zijn wieg en zijn graf
De liefde van mijn moeder voor hem en jouw muren
Leven voort in iedere balk- elke steen – elke hoek
Het gevoel voor jou huis...... is nooit af.
*UIt: Van Schaduw naar Zonlicht.