Daar zat hij dan.
Vooraan in de achterwinkel, op dat donkergroen door hem zelf gestoffeerde stoeltje.
Ideale plaats.
Niemand buiten kon hem zien.
Hij kon alles zien wat er op de stoep voorbij kwam.
Hij overzag zijn winkel, die hij van zijn vader overnam, van voren naar achteren.
Uren zat hij daar.
Het verleden overpeinzend.
Soms stond hij op om wat te rommelen in de muurkast met het gordijn.
Schroefjes, gordijnhaken en de glimmende kopnagels in de bruine doosjes, verschuivend van links naar rechts.
Als het wat koud was, zette hij een hoed op en bond losjes een das om.
Sigaar in de mond, hij keek naar buiten en zijn leven ging als een film door hem heen.
Zijn werkzame leven. Frans Vorst eigenaar van Vorst Woninginrichting.
Samen met mijn moeder.
Hij was zeventig toen hij de stap nam om af te bouwen.
Mijn vader.
We schrijven 1985.
Nog achttien mooie jaren lagen voor hem na die stap.
Maar dat wisten wij toen allemaal niet.
Mijn moeder liet een prachtig miniatuur stoeltje maken en schreef er een ongelofelijk lief miniboekje bij.
Ze was zo trots op hem.
Dat boekje ontroerde ons zo.
Zeker de laatste woorden die wij pas lazen toen ze gestorven was.
Geschreven in verzorgingshuis “De Zuiderschans”, toen ze verdriet had, niet gelukkig was en haar Frans zo miste.
Wat hebben mijn zus en ik gehuild toen wij die woorden lazen in dat bibberig handschrift.
Het kon niet anders, het kon écht niet anders, dat grote huis, ons ouderlijk huis met al die trappen. Het werd zo gevaarlijk voor haar alleen.
Het grootste geluk van mijn ouders, waren de vier kleinkinderen die de weg naar Opa en Oma met plezier wisten te vinden.
De toonbank met glazen vitrine verhuisde van de achterwinkel naar de voorwinkel.
De mooiste surprises, gemaakt door de kleinkinderen, kregen er een plaatsje in.
In de achterwinkel een levensgroot biljart en de voorwinkel werd een speelplaats om te voetballen en te basketballen en gewoon lekker te rotzooien.
Goede oude tijd.
Nu zit ik drie jaren van het getal zeventig af.
Hoe ouder ik word, hoe meer ik terugdenk aan vroegere tijden.
Het zal er wel bij horen denk ik.
Als de Kerst nadert, krijg ik er meer last van.
Kerstmis was een hoogtepunt vroeger bij ons thuis.
Ik vond het heerlijk. Geen winkelbel en telefoon maar lekker tijd met elkaar.
We liepen met vieren naar de kerk, waarbij mijn vader ogenblikkelijk bij binnenkomst rechtsaf sloeg en de trap opliep naar het koor van de St Jacobskerk.
Zijn koor, na zijn gezin zijn tweede liefde.
Wij zaten beneden en stootten elkaar glimlachend aan als we een loepzuivere tenorstem boven alles uit hoorden.
“ Ja hoor, daar is ie weer. Vanmiddag nog doodmoe van het sjouwen en nu in zijn element.” grinnikten we dan zachtjes.
Goede oude tijd.
Er zijn vele vele Kerstmissen verstreken sindsdien.
Ik heb van alle genoten.
Toen de kinderen nog klein waren en ze bloedfanatiek en slap van de lol met Opa en Oma het traditionele kerst-scrabble gevecht aangingen en mijn moeder steevast de Q op haar plankje kon verwelkomen.
Ik genoot en geniet nog steeds ongelofelijk als ik kinderen en kleinkinderen bij me heb op die bijzondere dagen.
De geschiedenis herhaalt zich.
Nu is mijn kleindochter, van bijna tien jaar, bloedfanatiek met scrabble en liggen we opnieuw in een deuk van het lachen.
Kerstmis 2018.
Net zoals vroeger wordt dit weer een hoogtepunt.
Samen het Kerstdiner maken.
Dit jaar is ons huis de kerstlocatie.
Wij kokkerellen voor het hoofdgerecht en toetje en voorgerecht worden hier ter plekke door de kinderen met boordevol creativiteit, in elkaar gefröbeld.
Ondertussen tijd voor en met elkaar. Veel tijd.
We maken samen goede herinneringen die hopelijk onze kinderen dan weer hebben, als zij later dik in de zestig zijn.
Als ik op mijn balkon de klokken van de St Jan hoor en zelfs zie, zo vlakbij mijn geboortehuis, weet ik dat mijn gedachten terug gaan naar vroeger.
De tijd van de nachtmis, het zelf gemaakte stalletje met dat piepkleine lichtje en al die beeldjes in het mos en de geur van worstenbroodjes die mijn moeder maakte na terugkomst uit de kerk.
Ieder jaar opnieuw een kerstcadeau.
Die mooie herinneringen.
Niemand die ze van me af neemt!
Ik ervaar het als rijkdom...de kerstdagen uit mijn jeugd, Hinthamerstraat 138 in het centrum van ‘s-Hertogenbosch.