Dorita de Bekker-Vorst
verhalen en gedichten
2006 - Stiefeltje
~

Geef hem een boek van een bladzijden of 111, onbeschreven en hij vult het binnen een dag. En gegarandeerd, je leest dat boek in een ruk uit, want vertellen kan hij! D.Orgel was met haar stapmaatjes op bezoek bij Frank Pols van’ t Stiefeltje, gelegen in de Kerkstraat. 

Welke getrouwe Bosschenaar kent nu niet deze gezellige “lichtbruine” kroeg? De enigste lichtbruine in heel Nederland vertelt Frank. Hoe zo dat? Nou, van origine is ‘t Stiefeltje nog ongeveer hetzelfde als zo’n 30-32 jaar geleden toen Frank de zaak overnam van Anneke de Stip, de zuster van Toon de Stip. Toen was het een Duits café : der Stiefel, dat nu officieel 45 jaar oud zou zijn. Maar Frank vond het Duitse niet zo en ging enkele dingen aanpassen. Er stonden toentertijd geen barkrukken en dat werkte toch niet. Dus, er kwamen barkrukken. De koperen plaat rondom de tap was te bewerkelijk. Je poetste je suf, dus die werd vervangen door een roestvrije. De tap bleef waar hij was. Achter tegen de muur, tegenover de bar. Waar vind je dat nog? En eigenlijk was dat zo’n beetje de enige verandering. Dus zodoende lichtbruine kroeg! En toen de naam. Stiefel werd erin gehouden, binnenstiefelen was vanzelfsprekend hier, dus ‘t Stiefeltje was geboren. Frank komt eigenlijk uit de reclamewereld. “Maar,’’zo zei hij “daar had ik op een gegeven moment mijn buik van vol. De werkdruk werd te hoog en het tijd is geld effect, wat deze wereld kent, was niet meer het mijne. Een biertje tappen en gezellig kletsen met zijn klanten is alweer jaren zijn passie. “Een hele tijd geleden, zat er hier een man aan de bar. Ik dacht wel wat komt die stem mij bekend voor, maar raakte zo in gesprek met deze man, dat ik eigenlijk alles vergat. We hebben zeker 3 uur geweldig zitten te praten. En toen maakte een andere klant die binnen kwam me er op attent. Weet je wel dat daar Toon Hermans zit!” “Nou,” zei Frank nog nagenietend van die geweldige ontmoeting, “Toon had er zelf ook lol in en had gezegd: dat had je niet in de gaten hè, dat je aan het bakkeleien was met mij?” Er komen veel bekende artiesten zo af  en toe eens binnenvallen als ze moeten optreden in het Theater aan de Parade. Deze kroeg leent zich hier ook wel voor. Niet te opvallend, lekker hangen zo’n beetje in het donker achterin aan de bar. “Toch willen ze allemaal wel een beetje herkend worden, dat heb ik ondertussen wel gemerkt” zei Frank .  

Trucjes.
Een van de vragen die ik altijd heb is: “Wat is er nou zo bijzonder aan deze kroeg?” Die vraag hoefde ik nu niet te stellen. Naast een 60 tal oude helmen en een ouderwetse snackbar met” kakkerlakken”, is één ding heel duidelijk. De geintjes. En die geintjes lagen al op de bar voordat ik iets kon vragen. Ieder jaar met carnaval verzint hij wel iets waar hij zijn klanten mee aan het lachen kan maken. Of ze piekeren zich suf hoe iets nu werkt. Zoals het houtje touwtje trucje. Je wurmt zo’n ding door het knoopsgat van iemand zijn blouse of jas en zegt alleen maar, maak maar los. Nou, je hannest je gek maar geloof maar niet dat je het voor elkaar krijgt.  Ik verklap niet waar de clou zit maar snap dat er ooit een klant kwam met een plastic zak met een overhemd erin. “Frank, makte gij nou ‘s dè touwke los, want ik wil nou toch eindelijk m’nne bloes aan!” En dit soort dingen werken veel beter dan een advertentie. Met carnaval moet het niet echt stampvol zijn. De mensen moeten wel bij de bar kunnen komen, aldus Frank wiens carnavalspubliek iets jonger is als de klanten die het hele jaar binnenkomen. En natuurlijk Oeteldonkse muziek. Frank zijn zoon is tijdens deze dagen zijn steun en toeverlaat en zorgt over het algemeen voor de muziekcollectie. Er valt nog zoveel te vertellen over deze zilveren Ordenaoris, deze meervoudige winnaar van de Veurgevelversierwedstrijd, deze kastelein die samen met z’n collega uit Bar le Duc, de langst werkende is in de stad. Het is maar goed dat zijn tegelspreuken bij de spiegel hangen en niet in de toilet zelf. Je zou van al die wijsheden ernaast plassen. Wat een pilsje kost….? Frank was een geweldige gastheer voor D. Orgel en haar maatjes. En de barkrukken, die zijn hier 75 cm hoog. Val je eraf door een alcoholische oorzaak, dan kunde bij de Zoete Moeder aan de overkant een kaarsje opsteken en tegen haar zeggen:” Ik zal het nooit meer doen!”