Dorita de Bekker-Vorst
verhalen en gedichten
Meisjes van dertien
~

Al diverse keren heb ik, de laatste weken, geluisterd naar Paul van Vliet.
De man met die prachtige stem.
Het creatieve brein achter het liedje: meisjes van dertien.
Mijn kleindochter is vorige week dertien geworden…vandaar!

Woord voor woord heb ik geanalyseerd.
Het klopt niet helemaal maar de sfeer van het lied, de liefde die er doorheen piept, de cirkel van het leven door generaties heen, die kloppen wel.
Dat zegt dan deze oma die twee zonen heeft.
Een oma die een ongelofelijke voelbare herinnering heeft aan haar leven als dertienjarige.
Ik vond het heel spannend maar ook verdomde moeilijk destijds.

Nu ben ík in het trotse bezit van een dertienjarige kleindochter.
Ik spiegel me vaak aan haar, want we hebben duidelijke raakvlakken.
Het is een lady in wording en dat is fijn die dichtbij te hebben, besef ik.
Want ik runde een huishouden met 3 mannen en geloof me: soms was het een wereld die ik af en toe niet kon begrijpen.
Hoe waanzinnig ik ook van ze hield en houd.

Een gegeven dat al drie generaties met ons meeleeft, is klein zijn.
In lengte wel te verstaan want het overige compenseren we wel.
Toch blijkt er een klein gemeen duiveltje te zijn.
Je mept dat duiveltje terug de doos in, maar op z’n tijd komt dat kreng toch weer naar buiten.
Ik was klein, op een gegeven moment kleiner dan mijn vier jaar jongere zus.
Zo frustrerend en een aanslag op je zelfvertrouwen.
Mijn zoon was klein, hij liet het niet altijd blijken, maar ook hij baalde bij tijd en wijle.
Zeker als hij met zijn jongere broer de hort op ging en dan te horen kreeg:
“Zijn jullie een tweeling?”
Grrrrrrr, ik snapte het zo goed.

Dat duveltje moeten we blijven terugmeppen want ook mijn kleindochter is klein.
Dan heeft ze ook nog lange vriendinnen, om echt baaldagen van te hebben als puber.
Nog niet zo lang geleden trof ik haar stil en in zichzelf. Er ging van alles om in dat koppie.
Een groot herkenningspunt, waar ik ook vaak last van had en menig puber door de jaren heen. Sterker nog, ik heb er nog vaak last van. Dat heet dan, in mijn geval, piekeren. Ik noem het voor mezelf maar filosoferen. Klinkt sjieker.
Het gesprek kwam toen op klein zijn. Ik zei: “Lieve schat, trek het je niet teveel aan.
Ik weet wat je voelt maar echt het komt goed.”
Waarop ze me aankeek en mopperde: “En toch ben ik klein.”

“Tja” dacht ik “wat schiet ze nou op met zo’n opmerking. Ze heeft er nu gewoon even last van.”
De ervaring leert dat ze die momenten kan omzetten in eindeloos gegiechel met haar vriendinnen.
Daar is ze me de baas in soms, want ik was een piekerkind en mijn schooltijd was lang niet leuk altijd. De tijd was ook anders.

In Arnemuiden kwamen we een winkel tegen waar van alles stond en je heerlijk kon snuffelen.
We kochten een bord voor haar, dat nu op haar kast staat.
Een bord met een weergaloze tekst.
Wat er op staat…?
De waarheid!  

Toen ze het kreeg schoot ze in de lach.
Ik deed met haar mee.
Want we zijn zusters in de strijd.
Oma en kleindochter in real live.