Binnenkort zal mijn oudste kleinkind haar eerste voetstappen in het basisonderwijs zetten.
Een grote stap. Ik voelde dat sterk met mijn eigen twee kinderen en nu herhaalt zich dat.
De invloeden van buitenaf worden meer en het eerste echte loslaten is begonnen.
Afgelopen weekend logeerde ze bij ons. Haar broertje van bijna een jaar was thuis en zodoende was ze even het middelpunt van belangstelling bij Opa en Oma.
Iedereen praat graag over zijn kleinkinderen. Ik ook natuurlijk en zeker als er nog een opa en oma op bezoek zijn en we zo ervaringen kunnen delen.
Ik heb er echter wel een soort van gewoonte van gemaakt om niet oeverloos te praten over onze twee kleintjes met mensen die geen opa en oma zijn. Dat kan wat vervelend overkomen en ik kan me voorstellen dat het voor menigeen niet interessant is.
Nu maak ik even een uitzondering.
Zoals ik zei, Isa was dit weekend bij ons. Razend druk hebben we het gehad.
Een kunstwerk gemaakt wat eigenlijk bedoeld was voor Papa en Mama, die 3 dagen na elkaar jarig zijn. Maar…het was te mooi om weg te geven. Het verfdoek met Sneeuwwitje, Doornroosje en Assepoester hield ze liever zelf.
We hebben cakejes gebakken met veel spikkeltjes en ziekenhuisje gespeeld. Dat laatste is sowieso in zwang omdat ik herstellende ben van een heupoperatie en ze onvoorstelbaar bezorgd is voor me. Roerend om mee te maken.
De dag sloten we samen af. Opa was plotseling ziek geworden. Getroffen door een virus dat rond schijnt te hangen. Helaas, hij moest afhaken en belandde vroeger in bed als zijn kleindochter.
Daar zaten we dan samen, met onze knieën op de bank, stiekem naar buiten kijken in het donker van de straat. Heel spannend!
Als je in de binnenstad woont is er natuurlijk altijd leven.
“Kijk Isa, die meneer kijkt naar jou. Die denkt natuurlijk, moet dat kleine meisje niet gaan slapen?”
Geen antwoord naast me, alleen wat gniffelen en wat dichter tegen me aankruipen.
“Oma, ik denk dat die meneer en mevrouw naar het Theater gaan.”
Tuurlijk, heel normaal dat je kleinkind van bijna vier dat denkt. Nu wonen we tegenover het Theater maar dan toch. Je pakt zo’n opmerking als normaal op maar naderhand realiseer je je dat het toch onvoorstelbaar is, zo’n veronderstelling.
Opnieuw komen er mensen voorbij die lachend naar onze twee koppies kijken die boven de bank uitsteken.
Isa ziet het ook en zegt stoïcijns: “ Die denken ook dat ik eigenlijk al moet slapen.”
Weer even stilte. Ik merk dat ze moe wordt. Ze begint wat onderuit te zakken.
Onze blik is gericht op de donkere straat, de mensen waarvan we inschatten dat ze naar huis gaan of naar het Theater en de rommel aan de overkant omdat ze daar al sinds eeuwen aan het verbouwen zijn.
Dan strekt Isa haar rug, slaat samenzwerend een arm om me heen, zucht en zegt dan terwijl ze naar de overkant wijst:”Dat vinden wij niet leuk hè Oma, die rotzooi daar al zo lang!!”
Nee, dat vinden we inderdaad niet leuk. Maar wat ik wel leuk vond en zelfs perfect was dit intieme kostbare kwartiertje. Samen stiekem in een donkere straat gluren en samen lachen en genieten ieder op onze eigen manier.
Als ik een half uurtje later haar onder het Dora dekbed zie liggen stroomt mijn hart over.
Wat een prachtig geschenk. Oma zijn!