In mijn boekenkast staat het boekje “Cursiefjes”. Schrijfster Mies Bouwman.
Deze week kwam het bericht dat deze grote TV dame op 88 jarige leeftijd was overleden.
Dé vrouw, waarvan je toch echt dacht dat ze het eeuwige leven had, is niet meer.
Ik heb het boekje nog eens doorgelezen en samen met alle interviews en documentaires, die op de beeldbuis verschenen, werd haar beeld weer glashelder. Grote bos donker haar en pretoogjes boven die mooie uitstekende jukbeenderen. De zo herkenbare lach en vooral ook stem.
Een stem die hoorde bij mijn jeugd op die gelukzalige zaterdagavonden.
Mijn ouders hadden een winkel. Een woninginrichtingszaak, gespecialiseerd in cocos.
Die ruwe geribbelde vloerbedekking met veel kleurtjes dat lag in boerderijen, kloosters, gangen en hallen.
Je ziet het tegenwoordig bijna niet meer.
Het was hard werken en de winkel was 6 dagen per week open elk uur van de dag. We aten warm tussen de middag en mijn moeder kookte op zo’n rits stoompannen op elkaar. Was gemakkelijk voor als de bel ging. Er kon niets aanbranden, enkel “versnotten.”
Altijd en eeuwig die bel overdag en ‘s-avonds het geluid van de trapnaaimachine.
Die moeder van mij...ze heeft kilometers gordijnen gemaakt.
Van ’s-Hertogenbosch tot Istanbul en terug. Mijn vader was bij klanten stofferen, gordijnen ophangen en huizen bloedjemooi maken.
Ik was niet direkt happy met de winkel, maar wat had ik een bewondering voor hen beiden want ze hadden ook een gezin dat moest draaien.
Dat gezin zat zaterdagavonden lang voor de beeldbuis.
Heerlijk, geen bel en lekker lang opblijven.
Inderdaad het beeld van die jaren: iets lekkers op tafel en hangen in de bank en tijd voor elkaar.
Èn Mies Bouwman.
Dat stukje jeugd is er niet meer.
Naarmate ik ouder werd, bewonderde ik haar schrijftalent, haar ongekunsteldheid en haar manier van in het leven staan.
Nog steeds mooi en charmant tot op hoge leeftijd.
Een duidelijke mening, boordevol humor en optimisme.
Ik voelde me ook verwant aan haar.
Ook zij was een kluns achter de naaimachine.
Net als ik een hekel aan dat ding.
Moeder en zus waren er sterren in, ik niet.
Ik heb er nooit mee gezeten, ieder zijn talenten.
Dat zal Mies ook wel gedacht hebben, ik weet het eigenlijk zeker.
Lieve Mies, de slinger met mooie jeugdherinneringen klimt naar grote hoogte in de hemel, want daar zul je wel zitten .
Als het touwtje van mijn slinger jou bereikt, zul je het nederig vastpakken en stralend zeggen:”Goh, wat leuk. Dank je wel.”
Maar na een kwartiertje zul je toch wel denken ”Waar laat ik dat ding?”
Mies, kijk even rond. Mijn vader zal daar ook wel zitten.Op de afdeling bourgondiër met borrel en sigaar.
Met alle liefde neemt hij het touwtje met mijn jeugdherinneringen over.
Hoewel…ik vermoed dat hij na een uur denkt: ”Ik wil ze niet kwetsen, dus ik probeer dat touwtje onder mijn stoelpoot vast te maken, zijn mijn handen ook vrij.”
Mies, het zou kunnen dat je dàn kennis maakt met mijn moeder. Zij zit altijd in de stoel naast mijn vader, maar was even de hort op om bij te kletsen met bekenden.
Wees gerust Mies, zij houdt dat touwtje uren en uren vast. Want het boekje “Cursiefjes” was van haar.
Mies Bouwman, dank voor vele mooie jeugdherinneringen.
Maak er daar boven een feestje van samen met al je geliefden en geef een knuffel aan mijn ouders.
Laat dat touwtje gewoon schieten en geniet van vele vele mooie zaterdagavonden.
Dag Mies.