Dorita de Bekker-Vorst
verhalen en gedichten
En toen had ik borstkanker
~

Het was 14 januari 2014.
Ik moest die avond auditie doen voor een rol en zat wat te bladeren in het script. De telefoon ging. Mijn huisarts.
Hij vertelde me dat er iets gevonden was op de foto van het bevolkingsonderzoek borstkanker.
Ik zei alleen maar: “Oh nee.”
We kennen elkaar al 35 jaar en hij was zo begaan met me.
“Wil je eerst naar mij toekomen of zal ik alles in het ziekenhuis in werking zetten?”
Ik koos voor het laatste. Dat wist hij waarschijnlijk al want hij weet hoe ik over sommige zaken denk.
Het script heb ik ogenblikkelijk weggelegd.
Een auditie zat er niet meer in.
Ik was ziek.

Ik had borstkanker bleek al snel. De hele molen ging draaien, razendsnel. Wat gebeurde er toch allemaal? Punctie, MRI Scan, oncologen, gesprekken, operatie.
Ik weet nog dat ik als een soort van robot in de wachtkamer zat van de oncologie. Ik zat onder dat bordje. Hoe confronterend. Ik hoorde erbij. Ik was kankerpatiënt.
Ik handelde, luisterde, zocht steun bij mijn thuisfront, voelde me zelfs nog schuldig omdat ik hen bang maakte. Bang...ja bang, wat was ik bang die eerste week. Op het woord kanker heerst nog steeds een taboe. Dat taboe ging met me aan de wandel, want mijn wurgende angst zei me:”Ik kan mijn kleinkinderen van bijna 2 en 5 toch nog wel pubers zien worden?”

Binnen twee weken werd ik geopereerd. Wachten op de uitslag. Wachten op het bericht wel of geen uitzaaiingen. God, wat was ik blij dat mijn wederhelft dicht bij me stond. Samen bang want je bent samen ziek.
De uitslag kwam, schoon, alles weg, ook de randen schoon. Er zat in de poortwachterklier een micro metastase, maar alle andere klieren waren schoon. Wat een geluk. Weer tranen bij mijn thuisfront, een fles champagne en ik zag toen hoe bang mijn gezin was geweest. Het kwam er allemaal uit.
En ik? Raar, natuurlijk was ik ongelooflijk blij maar niet zo blij als ik van te voren had ingeschat. Er kwam nog heel veel. In mijn uppie had ik het boekje bijwerkingen chemo doorgelezen. Het lichtje ging uit, ik verloor de controle die ik mezelf had opgedrongen. Sterk zijn, niet zeuren want meid je hebt zoveel geluk. Er zijn zoveel vrouwen veel erger ziek als jij.

Toen ik weer wat boven jan was, ben ik alleen gaan wandelen. Om de vijf stappen zei ik tegen mezelf:”Je hebt geen kanker meer. Je bent schoon.”
Waarom zei ik dat toch steeds? Om mezelf te overtuigen dat dat ook zo was, dat ik me bewust moest zijn dat ik toch geluk had.
We gingen naar de huisarts, even praten en het probleem op tafel leggen van mijn paniek want er kwam nog zoveel.
Hij keek me recht in mijn ogen en zei: ”Je bent veel te streng voor jezelf. Laat eerst nu eens alle emoties loskomen van die laatste drie weken. Ik belde je met dit slechte bericht en nu zit je hier tegenover me. Wat is er veel gebeurd in die korte periode. Rust nemen, alles een plaatsje proberen te geven, en langzaamaan stap voor stap de volgende zaken aanpakken. Enge dingen even parkeren. Ze komen wel maar nu even niet aan denken. Genieten van alle kleine dingen.”
Wat heeft dat gesprekje geholpen.

Het warme bad waarin ik terecht kwam, van kaartjes, bloemen,bonbons, bad en douchegeurtjes, leesmateriaal, facebook berichten, mailtjes, telefoontjes, een knuffel, welgemeende interesse, een arm om je heen, duim omhoog ... het heeft me overdonderd en ontroert.
Ook dat helpt zo enorm. Weten dat er aan je gedacht wordt, dat er bezorgdheid is, het sterkt je zo in het genezingsproces.
Je leert mensen zo weer op een andere manier kennen.
Mijn keuze is om er veel over te praten. Dat helpt me en alles wat helpt pak ik aan, met alle respect voor de patiënten die een andere keuze maken. Dat er een soort tweestrijdigheid in me zit, heb ik ook ontdekt nu. Internet afstruinen, meegekregen info doorspitten...ik doe het eerste niet en het laatste pas als ik voel dat mijn kop er aan toe is. Een zegen en geluk dat je een man hebt die dat wel doet en me ogenblikkelijk antwoord kan geven.

In de afgelopen weken heb ik verhalen gehoord van vrouwen die ook borstkanker hebben en hebben gehad.
Nu weet ik pas wat voor impact zoiets heeft. Nu snap ik alles veel beter. Hoe lief en ondersteunend je omgeving ook is, jouw kop en jouw lijf moeten dit genezingsklusje klaren.
Wat een respect heb ik voor al deze vrouwen. Met name de verhalen van jonge vrouwen, die een baan hebben en nog jonge kinderen, het is een strijd.
Respect sowieso voor iedere kankerpatiënt, groot of klein. Je moet zo sterk zijn en kracht halen uit alle hoeken en gaten. Iedere keer weer. Het nabije thuisfront is onmisbaar en heeft net zoveel kracht nodig om alles op te kunnen vangen en te dealen met zoveel bezorgdheid en angst.

Gisteren ben ik ingesteld, zoals dat heet in het Verbeeten Instituut in Tilburg. Mijn 21 bestralingen kan ik hier in het Verbeeten instituut in mijn eigen stad ondergaan. Het gaat beginnen. Gelukkig want ik wil vooruit. Een ontsteking heeft dit proces 2 weken vertraagd maar nu is het dan zover.
Het gesprek wel of geen chemo of pilletjes...ook dat komt eraan.
Ik ben er nog niet, maar in mijn kop zit het goed.
Ik ben er klaar voor.

Ik ben een kwart borst armer maar veel ervaringen rijker.
Wat heb ik me vaak druk gemaakt om de diverse dingen. Ik wil zus, ik wil zo, ik moet dit nog, ik moet dat nog.
Niets is meer belangrijk nu. Alleen gezond worden.
Laat me alsjeblieft ook gezond blijven en met mij al die mensen die in dezelfde moeilijke periode zitten en dit traject al hebben afgesloten.
Dat is mijn wens.