Tussen twee stangen
Twee bange oogjes
Opengesperd
Stromend van angst
In de handjes
Een te grote pan
Leeg
De pan blijft leeg
Zijn hoofdje wordt verdrukt
Door tanige mannenlijven
Die net als dat jongetje
Eten willen
Niemand ziet hem
Niemand hoort hem
Mijn hart breekt
Ik roep: geef hem eten
Maar iedereen wil eten
Er is veel te weinig
Ik kan het niet aanzien
Mijn kleinzoon…is net zo groot
Hij is nog zo klein
Als straks de mensen weg zijn
ALS ze al weggaan
Allerlei pannen
Als een kleinood in hun handen
Zoeken ze dan naar dat kindje?
Horen ze dan zijn huilen?
Ligt hij op de grond?
Leeft hij nog ?
Waar is zijn papa?
Zijn mama - zijn broertje?
Zijn Opa - zijn vriendje?
Zijn ze nog bij elkaar?
Geen eten
Geen pan meer
Maar zoveel honger
Zoveel angst
Dat zijn kleine lijfje
Niets meer kan dragen
En de wereld ziet dat ook
Gruwt van al deze beelden
Ik droom van dat ventje
Van die bange oogjes
Van dat kleine hoofdje
Ter hoogte van diverse knieën
Sla de woede van je af
Met lepels op pannen
Op straten en pleinen
Op stations en velden
Allemaal voor iedereen
Voor dat jongetje in Gaza
Voor iedereen in Gaza
Sla de wereld wakker
Je mag je oren dichthouden
Maar niet je ogen
Sluit ze niet
In godsnaam
NIET!